Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Heeft u problemen om zelfstandig te blijven leven? Mogelijk zijn er familieleden, vrienden of buren die kunnen helpen. In Hoorn en omgeving zijn ook veel organisaties actief waar u terecht kunt, zoals vrijwilligersorganisaties en mantelzorgorganisaties. Meer informatie vindt u op de pagina Zelf ondersteuning vinden.

Wat kan de gemeente doen?

Lukt het niet om voldoende hulp te krijgen vanuit uw eigen omgeving of andere organisaties? Neem dan contact op met de gemeente. De gemeente biedt een aantal ondersteunende middelen en diensten voor mensen die ouder dan 18 jaar zijn. Dat gaat vanuit de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning):

Hoe hoog is de eigen bijdrage?

De eigen bijdrage voor de WMO is € 20,60 per maand.

Verlengen of eindigen Wmo

Een inwoner kan een Wmo-indicatie verlengen of eindigen door zich te melden bij 1.Hoorn. Dit kan via de telefoon, een van de inloopspreekuren of via het contactformulier

Meer ondersteuning nodig?

Soms is er meer ondersteuning nodig dan de gemeente kan bieden. In Nederland is de zorg in 3 wetten geregeld. 

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De gemeente moet binnen 8 weken beslissen over Wmo-aanvragen. 
  2. Zorgverzekeringswet (Zvw)
  3. Wet Langdurige Zorg (Wlz)

Zorgverzekeringswet (Zvw)

Verpleging en verzorging thuis, zoals wijkverpleging vallen onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). U vraagt dit aan via uw zorgverzekeraar of huisarts. 

Wet Langdurige Zorg (Wlz)

Heeft u blijvende en intensieve hulp nodig en kunt u niet meer in uw eigen huis wonen? Dan wordt de hulp geregeld vanuit de Wlz. Dit is de Wet Langdurige Zorg en loopt via het zorgkantoor. Meer informatie over de Wlz vindt u op de website van de Rijksoverheid.

Van Wmo naar Wlz

Het kan ook zijn dat u hulp ontvangt vanuit de gemeente (Wmo), maar dat uw situatie verandert. Bijvoorbeeld als u andere hulp of meer hulp nodig heeft.De gemeente regelt uw hulp dan niet meer. Het zorgkantoor regelt dan de hulp vanuit de Langdurige zorg (Wlz) voor u. Meer informatie vindt u op de website van Rijksoverheid.